|
||||||||
De groep Arifa is al diverse malen van samenstelling veranderd, de vaste kern van oprichters Alex Simu (clt) uit Roemenië en Sjahin During (perc.) uit Turkije/Nederland is altijd aanwezig gebleven, inmiddels vormen zij een trio met de Duitse pianist Franz von Chossy. Oude muzikale tradities van het Midden Oosten en de Balkan worden vermengd met jazz en geïmproviseerde muziek, zo kun je de muziek van Arifa het beste omschrijven. De verschillende afkomst van de groepsleden en daarmee ook hun muzikale roots zorgen voor een bijzondere kleurring van hun muziek. Arifa werd opgericht in 2010, sindsdien traden ze op in meer dan 24 landen op internationale festivals, van het Chicago World Music Festival tot het Shanghai World Music Festival . “Secret Poetry”is hun vierde album na “Beyond Babylon”uit 2010. “Anatolian Alchemy”uit 2012 en “Voices from the East”uit 2014. Zoals de titel al min of meer aanduidt is dit album een eerbetoon aan de poëzie en dan vooral zoals die zich verbergt in schilderijen, muziek en mensen, aldus Alex Simu. Het openings- en titelnummer “Secret Poetry”openbaart onmiddellijk de sfeer van dit album, romantische “zwevende”piano akkoorden, brommende klarinetgeluiden met een grommende contrabasklarinet als kampioen en overal ritselende percussie. Ook in “The Temple” speelt de contrabasklarinet weer een hoofdrol met zijn diepe geluid, als een oerkreet uit de duistere diepte. Sinds de ud van Mehmet Polak of de Kanun van Osama Abdulrasol niet meer zijn te horen is het geluid van Arifa wel veranderd, het typische geluid uit het Oosten is veel minder nadrukkelijk aanwezig. Het klankbeeld is nu subtieler met sporadisch verwijzingen richting Balkan zoal in “Anonymous Light”. Heel fraai klinken piano en klarinet in het nummer ”Invisible Ocean”korte aanzetten op het mondstuk en licht gehamer op de snaren zorgen voor een bijna abstracte kleur vooraleer ze terugkeren naar hun “normale”geluid, knap en zorgdragend voor een aparte sfeer. Ook “Node”zet je fantasie in gang met donkere klarinettonen en sprankelend pianospel als een helder klaterend beekje , de muziek vertaalt zich in filmische beelden, dit is zeker een vorm van poëzie. Afgesloten wordt er met een ode aan de hoofdstad van Georgië, hier genoemd met de oude naam Tiflis, na 1936 werd het Tbilisi. Het is een gedragen stuk dat een waardige afsluiting vormt van een heerlijk album dat als er toch etiketten geplakt moeten worden overhelt naar wereldmuziek, maar vooral door pianist Franz von Chossy wel degelijk jazzy elementen bevat, een keurige mix dus. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||